Splitter

In Splitter moet je getallen groeperen om punten te scoren - twee 2-en, drie 3-en, enzovoort - maar je plaatst twee getallen tegelijk, dus het zal niet altijd lukken.

 

Elke speler heeft zijn eigen scoreblad met 44 lege vakjes erop, met twee verschillende patronen van vakjes in de doos; elk patroon heeft een stippellijn door het midden die het in twee gespiegelde helften verdeelt.

 

Per beurt gooit iemand met twee zeszijdige dobbelstenen. Elke speler schrijft vervolgens de resultaten, bijvoorbeeld 1 en 4, op lege vakjes in het patroon, waarbij elk getal op het gespiegelde vakje van de ander komt te staan. Als je bijvoorbeeld de 1 op het meest linkse vakje van de bovenste rij legt, dan moet je de 4 op het meest rechtse vakje van de bovenste rij leggen.

 

Na 22 keer dobbelen is ieders patroon gevuld. Elke 1 op zich - dat wil zeggen, zonder andere 1-en die orthogonaal aangrenzend zijn - is 1 punt waard; elke set van twee 2-en zonder andere orthogonaal aangrenzende 2-en is 2 punten waard; en zo verder tot een set van zes 6-en zonder andere orthogonaal aangrenzende 6-en 6 punten waard is. Op elke helft van het patroon is een veld met een ster aanwezig, en een gescoorde groep die dit ster veld bevat krijgt zijn punten verdubbeld. (Eén patroon heeft een set van drie velden met hartjes, en als je alle drie de hartjes met hetzelfde getal vult, scoor je 5 punten).

 

Wie de hoogste score heeft, wint.